Ontmoeting met valse start krijgt gelukkig herkansing

door: Anoniem

Ontmoeting met valse start krijgt gelukkig herkansing

Soms valt de eerste ontmoeting tussen vrijwilliger en cliënt in het water. In dit verhaal ligt de cliënt te slapen. Bij het ontwaken schrikt hij van de onbekende persoon in de kamer. “Hij valt gelijk weer terug in bed en doet een deken over hem heen.”

“Ik kom in een situatie van een man die terminaal is en ook dementerend. Zijn mantelzorger had mij er ook iets van verteld. De vraag was of ik die nacht wilde waken, want het zou niet lang meer duren, voordat hij zou gaan sterven. De man was dus een beetje de weg kwijt. Ik kon eigenlijk ook niet kennis met hem maken. De mantelzorger vertelde eerst het een en het ander. En het is in een relatief klein ouderwets bejaardentehuis, dus in zo’n kleine zit-slaapkamer. Je zit dan op enige afstand van het bed aan een tafel. Ik zat wat met mijn computer, rustig.

Hij komt op een gegeven moment overeind en moet waarschijnlijk naar de wc en zoekt met zijn voeten zijn sloffen. Nou, ik ben vrijwilliger dus ik schiet te hulp om hem behulpzaam te zijn om zijn sloffen aan zijn voeten te doen. Waarop hij mij aankijkt met grote verschrikte ogen, want dat is hij natuurlijk helemaal niet gewend. En hij valt gelijk weer terug in bed en doet een deken over hem heen, zoiets van: wat is dat nou, een vreemde kerel? Toen dacht ik: oh, ik had dat iets te snel gedaan. Er ging weer een half uur overheen. En ik dacht: oja, als het straks weer is moet ik het iets anders doen. Hij komt na een halfuurtje weer overeind om die beweging te maken en in plaatst dat ik dan te hulp schiet om zijn sloffen aan te doen, zeg ik: ‘Ja, dat is ook een gekke situatie. Word je wakker en zit er ineens een vreemde kerel in je kamer.’ Dan maak je bespreekbaar wat hij ervaart. En hij mompelde een beetje. Ik zei: ‘Kan ik u ergens mee helpen?’ En hij moest naar de wc en toen gingen de sloffen aan. En ik kreeg gelukkig een herkansing. Ik kreeg een herkansing om het beter te doen.

De eerste keer ging niet goed. Hij schrok eigenlijk van mij. Het was zijn kamer, zijn eigen kamer. Het ligt in deze situaties niet in het dingen actief doen. Je bent er. En elke situatie is weer anders. En het is je antenne, je ogen, je zintuigen gebruiken om af te tasten wat je zou kunnen doen. En als je dat niet weet, als je aarzelt, dan moet je een zodanige vraag stellen dat je daar wel achter komt.”

 

Nog geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Uw reactie verschijnt na goedkeuring door onze redactie. U ontvangt een mail als uw reactie is geplaatst.