Ook met de kerstdagen werken vrijwilligers in het hospice. Dat is even wat anders dan met je eigen familie rond de kerstboom, maar niet minder bijzonder. “Het geeft een ontzettend fijne sfeer om zoiets te doen. En ik had geen spijt dat ik met kerst werkte. Het gaf mij een heel goed gevoel.”
Lees verder
Een verjaardag is een mooie gelegenheid voor vrijwilligers om gasten en hun naasten een fijn moment te laten beleven in het hospice. De vader wilde samen met zijn kinderen pannenkoeken eten. “Het genot van hem en de familie, dat ze de verjaardag op die manier hebben kunnen vieren. Dat gaf mij zo’n goed gevoel.”
Lees verder
In het hospice heb je ook te maken met mensen met verschillende culturele achtergronden. De rituelen die bij het sterven horen, zijn dan anders. Deze vrijwilliger kreeg het gevoel onmisbaar te zijn, toen ze de Marokkaanse familie mocht helpen. “Ik was eigenlijk de schakel in de situatie die als losse stukjes in elkaar hing, zeg maar.”
Lees verder
Bij euthanasie weet je als vrijwilliger van te voren al of je een gast voor het laatst zal zien. Deze vrijwilliger ging de laatste nacht waken bij een man en at samen met hem het laatste stukje haring. “Het is iets delen van wat heel privé is, terwijl ik toch een buitenstaander ben. Want het is natuurlijk niet alleen een stukje haring eten.”
Lees verder
Doodsangst. Vrijwilligers zien het bij gasten gebeuren: vlak voor het overlijden wordt iemand soms onrustig, hij/zij blijkt bang te zijn voor de dood. In dit verhaal is de gelovige gast overtuigd dat hij naar de hel gaat en dat hij daar nooit meer uit zal komen. Een vrijwilliger vertelt. “Ik zeg: ‘Nou, u hoeft zich helemaal geen zorgen te maken’.”
Lees verder
In het hospice verzorgen vrijwilligers soms de laatste zorg, als iemand net is overleden. Het is zelfs de passie van de vrijwilliger in het volgende verhaal. “De nacht dat hij overleed werd er meteen een vrijwilligster gebeld voor de laatste zorg. En zij kwam meteen op de fiets aangesneld, het was midden in de nacht.”
Lees verder
Het hospice in het vooruitzicht kan rustgevend zijn, als je weet dat je niet lang meer te leven hebt. Voor deze man was het een verschrikking en hij wilde het zo lang mogelijk uitstellen. “Hij is thuis gebleven tot het moment dat het écht niet meer ging, en toen zei hij dat hij het wilde.”
Lees verder
Het komt voor dat een gast in het hospice ligt en tegen de verwachtingen in niet binnen een aantal maanden komt te overlijden. “De situatie maakte mijn moeder wel heel verdrietig en heel onzeker, van: ja, ik heb kanker en ik ga dood, maar ik ga nu nog helemaal niet dood.”
Lees verder
Het contrast tussen het leven thuis en dat in het hospice kan overweldigend zijn. Gasten zijn het vaak niet gewend om zoveel mensen om zich heen te hebben. “In het begin was het even aftasten. Nu zegt mijn zus hen gedag en omarmt ze de vrijwilligers.”
Lees verder
Gasten hebben soms aan het levenseinde nog veel te verwerken. Vragen, emoties, herinneringen. Dan is het prettig als een vrijwilliger bij je komt zitten en naar je luistert, om je verhaal te delen. “Gewoon zo tussen het werk door heb je soms hele goede gesprekken. Het raakt mij.”
Lees verder
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9