Je weet niet welke vrijwilliger je krijgt, tijdens die laatste levensfase. Ze had er wel ideeën bij, maar nooit aan een schipper gedacht. Meestal zijn dat ruwe basten. “Die zie je dus mijn man voeren. En dat zijn dingen, daar krijg ik nu nog een beetje kippenvel van.”
Lees verder Vrijwilligers komen in het hospice soms onverwachts bekenden tegen. Deze ziet haar buurvrouw in bed liggen, die ze al tien jaar kent. Geschrokken: “We waren geen dikke vriendinnen, maar we hadden wel een heel goede band.”
Lees verder Vrijwilligers helpen ook bij de persoonlijke verzorging van gasten, zoals douchen. Soms levert dat spanning op. Zoals een mannelijke vrijwilliger die net iets te luchtig praat tegen een vrouwelijke gast. “Het was ook min of meer de toon die hij aansloeg.”
Lees verder Je wilt toch een beetje afstand houden. Dat het niet té persoonlijk wordt. En dan zie je opeens je vriendin liggen, in het hospice waar jij vrijwilliger bent. Dat contact wordt heel intens. “Ze keek mij ook aan en zei dat het goed was dat ik bleef.”
Lees verder