Het is heel herkenbaar voor vrijwilligers in de palliatieve thuiszorg. Het gevoel dat je niet echt iets kunt betekenen. Deze vrijwilliger komt bij een vrouw die geen familie om zich heen heeft. Een verdrietige setting. “Ik liet haar zo eenzaam achter.”
Lees verder Niet alle cliënten vinden het nodig dat een vrijwilliger thuis komt helpen. De demente vrouw in dit verhaal maakt dat direct duidelijk. De vrijwilliger vertelt: “In eerste instantie had ik het gevoel dat ik niet welkom was. Want ze wilde geen hand schudden, ze wilde helemaal niets.”
Lees verder Vrijwilligers in de palliatieve thuiszorg hebben regelmatig last van schuldgevoelens of onzekerheid over het handelen. Zoals deze vrouw. Ze krijgt toch spijt van haar keuze. “Ik dacht: dit gaat niet goed. Er is gewoon iets hélemaal niet goed. Ik bel de arts.”
Lees verder Je bent als vrijwilliger bij iemand thuis aan het werk en opeens praten familieleden over euthanasie. Een heel persoonlijk gesprek. Deze vrijwilliger weet niet goed wat ze moet doen. Misschien naar huis gaan? Ze denkt: “Hier hoor ik niet tussen te zitten, eigenlijk.”
Lees verder Natuurlijk zijn er veel overeenkomsten. Toch is palliatieve thuiszorg echt anders dan het werk in een hospice. Deze vrijwilliger bedenkt een tussenoplossing voor een medisch probleem, waar alle partijen mee geholpen zijn. “Dat vrouwtje voelt zich niet veilig. Hoe lossen we dat op?”
Lees verder De naasten van een cliënt hebben net zo hard hulp nodig. Deze vrijwilligster heeft te maken met een echtgenoot die de wanhoop nabij is. Hij is tot alles in staat. Zelfs bereid om een kussen op het hoofd van zijn vrouw te drukken. “Wat ik deed was luisteren.”
Lees verder