Eenzaam richting het einde: dat gun je niemand

door: Anoniem

Eenzaam richting het einde: dat gun je niemand

Het is heel herkenbaar voor vrijwilligers in de palliatieve thuiszorg. Het gevoel dat je niet echt iets kunt betekenen. Deze vrijwilliger komt bij een vrouw die geen familie om zich heen heeft. Een verdrietige setting. “Ik liet haar zo eenzaam achter.”

“Het is bij een hele zieke dame, ze was gescheiden. Ik kwam binnen via het sleutelkastje, dus ze was helemaal alleen. Toen ik aankwam ’s avonds om elf uur lag ze te slapen. Dus ik ben gaan kijken in de slaapkamer en ik zag echt een dame die heel erg ziek was. Heel zweterig, onrustig. Ik heb het zorgdossier gelezen en uiteindelijk ben ik in de slaapkamer gebleven. Je mocht beneden gaan zitten, maar ik was bang dat ik haar dan niet zou horen.

De eerste keer dat ze wakker werd heb ik mijn aanwezigheid kenbaar gemaakt bij haar. Ze was voorbereid dat er iemand zou komen en ze vond het niet erg dat het onbekenden waren. Op een gegeven moment werd ze weer wakker en had ze heel erg zorg nodig. Ze moest naar het toilet en ik moest de po geven want ze kon niet meer uit bed komen. Ik heb de zorg gegeven die ze nodig had en ze was erg geroerd dat ik gelijk haar kussen op ging schudden en haar gezicht met een washandje droog maakte. Ze was erg geroerd door de zorg, dat ze dat zomaar mocht ontvangen van iemand, een vreemde.

Ik vertelde dat ik dichtbij woon en dat ik een gezin heb en kinderen en een kleinkind. En dan merk je in het gesprek dat ze ook wel wat over haar leven wilde vertellen. Dus toen begon ze dat ze gescheiden was en kinderen had, waarvan één dochter nog wel thuis was maar heel ziek was. Ze had geen contact met één dochter, daar had ze heel erg veel last van. Dat maakte haar ook heel erg onrustig en niet klaar om te sterven.

En gaandeweg vertelde ze hoe ze leuk had gewoond in de omgeving en de kindertjes op school had gehad. Op een gegeven moment zei ze: ‘Zou je mijn fotoboeken willen halen? Dan ga ik nog even kijken hoe mooi gezinnetje wij waren.’ Dus eigenlijk kwamen er wel weer blije herinneringen naar boven over de tijd dat haar kinderen jong waren.

En op een gegeven moment was ze te vermoeid en was ze weer in slaap gevallen. Rond de ochtend werd ze weer wakker en heb ik haar een kopje thee gegeven. En lekker haar voeten gemasseerd, wat ze heel erg ontspannend vond. En ik ging dan weer om zeven uur weg en ik liet haar zo eenzaam achter. En dat voelde toen ik thuiskwam heel verdrietig. Gewoon zo, dat ik verder eigenlijk niets voor haar kon betekenen, dat zij zo eenzaam was. Dat heeft mij wel heel lang beziggehouden. Ze is nadat ik daar had gewaakt, drie dagen daarna overleden. En ik had ook begrepen dat die ene dochter waarmee ze gebrouilleerd was, er niet was bij het laatste afscheid. En dat heeft mij geraakt, dat ik denk van: hoe kan dat zo lopen in een leven? Ik snap het wel, maar dat je daar niets mee kan. En je mag je niet mengen met iemand z’n privéleven om dat recht te maken, dat kan ook niet. Maar dat heeft mij eigenlijk wel heel lang beziggehouden.

Ik probeer altijd mensen heel comfortabel te krijgen en ontspannen te laten zijn. Dat comfortabel maken zit hem soms in hele kleine dingetjes, bijvoorbeeld een kussentje in je rug of de voeten lekker warm houden. Als ze dat wel aangeven. Om het bed signaleer ik natuurlijk veel dingen waarvan ik denk: nou, misschien is dat wel fijn. En dat vraag ik dan ook. Mensen willen soms ook niet vragen naar iets. Mensen willen zich soms heel bescheiden opstellen, want ze voelen zich soms al bezwaard dat er een vreemde bij hen komt zitten. En dan moet je dat zelf eigenlijk een beetje aanvoelen.

Ik vroeg mij wel af waar de kinderen nu waren. Ze vertelde dus dat één dochter ziek was en dat die dus heel slecht kon zorgen. Die dochter had hartproblemen. En dat laat ik dan verder gewoon los. Ik ga ook niet vragen: ‘Waarom zijn er dan geen andere mensen of familie?’ Je krijgt alleen het beeld van wat je in die nacht van zo’n dame ziet en niet het complete beeld. Want misschien was het ook wel een hele moeilijke dame in haar leven. Dus ik ga geen oordeel maken, maar ik vraag mij wel gelijk af: ‘Ik hoop niet dat ik aan het einde van mijn leven ook zo eenzaam moet zijn. Dan heb je misschien iets niet goed gedaan.’

Ik vind het erg fijn als ik iemand zie ontspannen. Als iemand lekker ontspannen weer kan gaan liggen, misschien even haar zorg uit haar hoofd los kan laten. Misschien een mooie herinnering oproepen bij haar, waardoor ze misschien weer ontspannen in slaap kan vallen. Dat is dan voor mij het er zijn.

Ik had wel het idee toen ik lekker haar gezicht had gedaan en haar bed weer lekker en later haar voeten lekker gemasseerd, dat zij ontspannen lag. En dan heb ik wel het gevoel dat ik heel goed was voor haar. Maar wat je dan bezighoudt, is dat je haar eigenlijk ook niet alleen wil laten, omdat ze zo eenzaam is. Maar het geeft wel een goed gevoel dat ik er geweest ben.”

 

Nog geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Uw reactie verschijnt na goedkeuring door onze redactie. U ontvangt een mail als uw reactie is geplaatst.