Soms is de laatste levensfase een hevige strijd. Voor de patiënt, maar ook voor de naasten. Stel, je vader is 60 jaar oud en door een ziekte totaal veranderd. Hij is snel boos, wil niet praten en zit zorgverlening in de weg. Wat doet dat met een kind van 15?
Lees verder
Natuurlijk wil je de kamer in het hospice een beetje aankleden. Zodat het meer aanvoelt als thuis. Een dierbare gun je immers het beste. Maar je kan ook teveel spullen versjouwen. “Wij hebben eigenlijk alles wat er in de woonkamer stond aan prullaria, fotootjes en zo, meegenomen.”
Lees verder
In gesprekken met gasten zeg je soms precies het verkeerde. Onbedoeld, maar toch… Het kan een ongemakkelijke situatie opleveren. Of zelfs erger: “Ik had niet verwacht dat dit zou betekenen dat ik niet meer terug mocht komen.”
Lees verder
Als je ziek op bed ligt, hoef je niets toe te lichten. Maar wat als je in de stoel zit? In dit verhaal kan een vrouwelijke gast niet liggen, vanwege de pijn. De stoel zet mensen echter op het verkeerde been. Alsof zij te goed is voor het hospice.
Lees verder
Vrijwilligers kunnen onbedoeld voor jaloezie zorgen. Je geeft niet alleen aandacht aan cliënten, maar ook aan hun naasten. Geliefden kunnen daar verdriet van hebben. “Dan komt er zo’n wildvreemde kerel, waar zijn vrouw een leuk gesprek mee heeft. Ik voelde de frictie.”
Lees verder
Je moeder laat zich in het hospice dankbaar verzorgen. Maar er is iets. Je merkt irritatie, omdat het contact met de vrijwilliger niet helemaal lekker verloopt. Je moeder zegt er niets over, want zij voelt zich verlegen met de situatie. Wat doe je dan, als dochter?
Lees verder
Vrijwilligers zijn bepalend voor de sfeer in het hospice. Het maakt nogal uit of iemand een warme en vriendelijke persoonlijkheid heeft of juist stug overkomt. De familie houdt vrijwilligers ook goed in de gaten. “Het is gewoon een blik, een manier, de intonatie die dan het verschil maakt.”
Lees verder