Gezelligheid is belangrijk, maar goede nachtrust ook…

door: Anoniem

Gezelligheid is belangrijk, maar goede nachtrust ook…

Hoe gezellig maak je het ’s nachts? Waar trek je als vrijwilliger de grens? Want nachtrust is belangrijk. Ook in die laatste weken. In dit verhaal wil de cliënt steeds opblijven. Want het is zo gezellig. “Zij wilde gauw een kopje thee hebben en een beschuitje met aardbeien.”

“Ik heb een situatie meegemaakt en die mevrouw die ziek was, die ging eigenlijk ’s nachts leven. Als de vrijwilliger kwam, dan werden er lekkere dingetjes klaargemaakt en gezellig praatjes gehouden. En het resultaat was dat ze ’s nachts opleefde en overdag ging slapen.

Dat werd zo sterk, dat ze haar dag en nacht om ging draaien. En dan moet je als vrijwilliger doorkrijgen dat het zo niet goed gaat. Maar ze vond het wel heel gezellig dat die vrijwilligers er waren ’s nachts. De familie deed er ook aan mee, in de koelkast stonden allerlei lekkere dingen voor die mevrouw. Aardbeitjes en alles. En zij bleef de hele nacht een beetje aan het eten en snoepen en overdag gebeurde er niets meer. De huisarts heeft toen echt gezegd: ‘De rollen moeten omgedraaid worden, de nacht is om te rusten.’ Die vrouw vond het supergezellig als de vrijwilligers ’s nachts kwamen. Zo zie je dingen weleens ontstaan waarvan ik denk: het gaat niet goed.

Je zag haar kijken wie er die nacht kwam. Zij wilde gauw een kopje thee hebben en een beschuitje met aardbeien. Op een gegeven moment, zei ik: ‘Mevrouw, het is nu nacht. Ik ga het licht uit doen.’ Ze had al het licht aan. En dan ging ze wel een poosje slapen. Maar ze was ook wel een beetje onrustig.

Ik weet nog goed, zij had incontinentiemateriaal om en daar ging zij aan zitten plukken. ‘Die rotzooi moet weg’, zei ze dan. Dan leg je uit waarom ze dat draagt. ‘O ja.’ En dan ging ik ook weer rustig op de bank. Ze had een lange bank, daar kon je op gaan liggen. En dan hoorde ik haar weer een beetje plukken en dan zei ik: ‘Mevrouw, u moet dat niet doen.’ En dan zei zij: ‘Ga jij maar slapen’, haha. Dus ze had wel allemaal goed in de gaten wat er aan de hand was.

Uiteindelijk hebben ze toch de gezelligheid ’s nachts minder laten worden en dan zou ze op de dag wat meer wakker zijn. Want op de dag kreeg ze bezoek en dan sliep mevrouw.

Je moet er wel voor waken om niet hele lange gesprekken te gaan houden. Je kunt wel even praten. Maar dan kan het voor de familie ook lastig worden natuurlijk, als iemand overdag veel slaapt. Er moet ook een stuk rust zijn, ’s nachts. Overdag komt de zorg en moet er van alles gedaan worden. Dat zei de arts ook dat hij dat meer tegenkwam. Dat ze het ’s nachts wel heel gezellig hadden met een vrijwilliger, maar dat je ervoor moet waken dat je allerlei dingen die overdag plaatsvinden naar ’s nachts gaat brengen.

Dan doe je het licht een beetje uit, hoeft niet allemaal uit. En probeer je de rust te bewaren. En zeggen dat het nacht is, dat het goed is als ze gaat slapen. Bij haar lukte dat. Want het was geen onrust bij haar, maar gezelligheid.”

 

Nog geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Uw reactie verschijnt na goedkeuring door onze redactie. U ontvangt een mail als uw reactie is geplaatst.