Een waardig afscheid: ‘Zo mooi, heel natuurlijk’

door: Anoniem

Een waardig afscheid: ‘Zo mooi, heel natuurlijk’

Die laatste momenten van het leven kunnen nogal uiteenlopen. Soms is het een strijd, een andere keer verloopt het juist heel vredig. Deze vrijwilligster koestert een bijzondere ervaring. Ze staat samen met familie van de cliënt bij het bed: “Hoe zij weggleed was zo mooi, heel natuurlijk.”

“Er is een mevrouw die wij allemaal herinneren. Zij is overleden zonder dat ze gesedeerd werd. Zij is echt zélf gestorven. Je maakt dat weinig mee, dat iemand uit zichzelf afscheid van het leven neemt. Ze wilde het ook vanuit haar geloof en had zoiets van, ‘ik kan dit en moet dit ook kunnen en wil dit ook’.

Ze was al best een poosje bij ons, tweeënhalve maand. Het was zo’n mevrouw die altijd iedereen in haar hart meedroeg. Dan zei ze: ‘Oh meisje, wat zie je er weer goedverzorgd uit.’ Ze had voor iedereen een persoonlijk woord, dat vond ik zo knap. Ik denk dan: ‘Goh, hoe houd je dat vol? Je bent zelf zo ziek en dan zit je voor ons dit allemaal te doen.’

Je merkt vaak aan de familie eromheen hoe iemand is. Want er lag een bed naast, daar zat haar dochter op met haar man, en er stond een grote stoel met kussen, waar haar man op zat. Haar man was ook al in de tachtig. En ze zaten als het ware met zijn allen in dat bed van haar. Dat was heel mooi.

Op een gegeven moment ging het steeds slechter en zei ik tegen de dochter: ‘Goh, je moet ook even wat eten, want straks is het zover. Je moet ook een beetje voor jezelf zorgen. Wat willen jullie eten? Zal ik eten in de magnetron zetten?’ Toen zei de schoonzus: ‘Nou, ik ga even eten halen.’ Mijn collega dekte de tafel. Ik zei tegen haar man: ‘Ik ga wel bij haar zitten, zodat ze niet alleen is. Dan kunt u even wat eten.’ Op een gegeven moment was ze heel zacht liedjes aan het zingen. Toen kwam haar man binnen en vertelde ik: ‘Ze heeft voor mij gezongen.’ En toen naderhand belde hij (hij belde nooit) en zei hij: ‘Ik wilde even zeggen dat ze ook voor mij gezongen heeft’. Zo lief.

Ineens kreeg ze toch wel een beetje een Cheyne-Stokes-ademhaling. En hoe zij weggleed was zo mooi, heel natuurlijk. Ik was daarbij. De dochter was er, de schoonzoon, haar man en ik en mijn collega stonden aan het voeteneinde van het bed. En de dochter pakte de hand van mijn collega en ik legde de hand op die man zijn schouder. Wij waren met z’n allen zo bij haar. En vaak zie je toch wel zo’n strijd, maar bij haar was geen strijd. Ze mocht gewoon heel mooi sterven.

Het was heel mooi. Ik dacht: goh, zo kan het ook. Ze had op dat moment geen pijn, dat is ook belangrijk. Wij hebben toen wel gezegd: ‘Het gaat nu aflopen, het is nu het laatste stukje. Willen jullie het met z’n drieën doen? Willen jullie dat wij weggaan?’ Maar zij zeiden: ‘Nee, blijf maar. Natuurlijk mogen jullie erbij zijn. Jullie hebben altijd voor haar gezorgd.’ Dat is zo lief, dat wij dit als ‘cadeautje’ eigenlijk ook kregen. Dat wij erbij mochten blijven. Het was voor mij een hele ervaring dat het zo ook kan. Want meestal gaan ze uit een sedatie of onder de morfine, maar zij ging heel natuurlijk weg. Dat zie je niet veel.”

Nog geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Uw reactie verschijnt na goedkeuring door onze redactie. U ontvangt een mail als uw reactie is geplaatst.