Turkse gastarbeider heeft álles over voor zieke moeder

door: Osman

Turkse gastarbeider heeft álles over voor zieke moeder

Je komt als gastarbeider naar Nederland en laat je lieve moeder achter in Turkije. Wat doe je als zij ziek wordt? Osman* vertelt over de reis naar zijn geboorteland, de keuze om voor haar te zorgen en het verdriet en gemis na haar dood.

Ieder die aan de beurt is gaat dood.

Ik ben nu even oud als mijn moeder toen zij overleed.

Ik heb mijn moeder uit Turkije gehaald toen ze niet meer voor haar zelf kon zorgen daar. Ze was nog mobiel, maar wel eenzaam. Mijn moeder heeft uiteindelijk 4,5 jaar in Nederland gewoond, tot haar overlijden. Ze woonde bij ons en af en toe ook bij mijn broertje in België.

Het ging steeds slechter met haar. Mijn moeder was al bij onze huisarts geweest, ze zeiden dat mijn moeder verkouden was. Toch ging het niet beter. Mijn broertje had een fijne arts in Brussel en we besloten haar naar hem toe te nemen. Eerst deden mijn vrouw en mijn dochter haar in bad. We wilden altijd dat ze er goed uit zag. Onder de douche werd ze een beetje onwel, maar daarna ging het goed. Ze zag er prachtig uit, zoals altijd. En ze was dankbaar dat ze er goed uit zag. Mijn vrouw en dochter ging ze heel lief bedanken. Ook zei ze dat ze tevreden was over mij en over mijn gezin. We brachten haar samen naar België. Op zondag moesten wij weer terug, voor haar was het beter dat ze bleef.

Ze is toen daar overleden. En diezelfde avond zijn we meteen weer teruggegaan. We gingen met zijn allen met de auto terug naar Brussel naar mijn broertje.

Het ergste vind ik dat zij niet bij ons thuis is overleden. Ik heb haar jaren verzorgd, maar op haar laatste moment heb ik haar niet meegemaakt. Het schijnt ook dat ze dezelfde dag in de avond alleen in de kamer is overleden. Ik had erbij willen zijn. Ik had een hele goede band met haar. Als ik bij haar was geweest had ik kunnen bidden, had ik de Koran gelezen. Nu heb ik geen afscheid genomen van haar. Ik had graag alles voor haar willen doen. Tranen vallen van mijn ogen.

Mijn moeder heeft mij opgevoed. Ze heeft mij veel geleerd. Zij was een wijze vrouw en was islamitisch geleerd. Ze vertelde alles aan mij, wij waren net maatjes. Mijn moeder zei altijd tegen mij: “Jij bent mijn moeder, vader, zoon, vriendin, alles”. Dat is toch zo mooi. Ze leerde mij al het goede en slechte. Het mooi Koran lezen heb ik van haar geleerd. Haar vader was een hooggeleerde imam, haar familie was allemaal geleerd. Ze was heel rustig. Mijn vader was ongeduldig in vergelijking met mijn moeder.

In 1960 ben ik mijn dienstplicht in gegaan. We hadden landbouw en veeteelt in Afyon. Ik heb het langst met haar gewoond en we leken veel op elkaar. Na de dienstplicht ben ik als gastarbeider naar Frankrijk gekomen, vervolgens naar België en daarna naar Nederland. Daarna kwamen mijn vrouw en kinderen naar Nederland. Dit betekende voor mijn moeder en ik dat we uit elkaar gingen. Ik heb zelf een dochter van mij in Turkije achtergelaten voor mijn moeder. Zodat ze niet alleen zou zijn. Toen mijn dochter 12 was kwam ze weer naar Nederland. Daarna bleef mijn moeder alleen in het dorp in Turkije.

Naarmate ik ouder werd, werd het gemis naar mijn moeder erger. Ik was zo blij dat ze uiteindelijk naar Nederland kwam. We hadden 4,5 jaar de tijd om samen te zijn en de relatie werd hechter. Om samen te praten. Mijn kinderen waren heel erg gesteld op oma. Zij hadden ook een goede relatie.

Op maandag werd mijn moeder gewassen en vond het begrafenisgebed plaatst. Daarna vloog ik meteen met mijn vrouw, broer, zijn vrouw en mijn zus naar Turkije. Wij gingen vooruit. Mijn broertje vloog met mijn moeder iets later, omdat toen nog niet alles voor haar rond was in verband met haar dood. Het was zo heftig om met verdriet het vliegtuig in te stappen, normaal ga je met vakantie fijn vliegen. En het gevoel dat je moeder in de bagageruimte wordt vervoerd is heel pijnlijk. Wij vlogen met overstap van Istanbul naar Ankara. Het was een zeer pijnlijke reis, niet eerder had ik zoiets meegemaakt. Van Ankara gingen we met de bus naar het dorp. Het was heel koud, het was november. Onze familie en mijn zus en twee broers waren al aangekomen in het huis van mijn oom. Zij wonen allemaal in Turkije. Ze hadden gekookt voor ons. We kwamen s ’nachts aan en konden niet eten, ons verdriet was te heftig. Ons huis maakten we klaar voor bezoek en voor het ontvangen van mijn moeder. Het huis van mijn broertje werd ook klaargemaakt. We zetten kachels aan, het was overal zo koud.

Drie dagen heeft het geregend. Iedereen was verdrietig omdat mijn moeder was overleden. De volgende dag kwam mijn broertje met mijn moeder. Ik heb haar meegenomen naar boven naar een lege kamer. Anderen zeiden tegen ons ‘laat haar beneden in de kamer naast de garage’, omdat misschien later de kinderen bang zouden zijn als ze op vakantie zouden komen. Maar ik wilde haar in mijn huis, mijn moeder hoorde in dit huis. Zij woonde ook in dit huis. Met de kist ging ze in de kamer. En wij gingen in de woonkamer zitten met de hele familie bij de kachel.

Het was heftig, niemand kon slapen. Rond 10:00 uur werd ze begraven. Ik keek nog voor de laatste keer om afscheid te nemen, ook de andere familie leden namen afscheid. Vervolgens ging de kist dicht. We droegen met zijn allen om en om op de schouder de kist. Dit doen de mannen, de vrouwen blijven huis. We gingen naar de moskee. Daar is een steen waar je de kist op kan leggen, “masala tasi” heet dat in het Turks. We deden het begrafenisgebed en vanuit daar liepen we naar de begraafplaats. Dit is op een afstand van 10 minuten van de moskee. De begraafplaats was al van tevoren klaar gemaakt. We haalden mijn moeder uit de kist en legden het op aarde. Daarna werd de kuil weer dichtgemaakt met aarde. Op het laatst ging de imam uit de Koran reciteren en een smeekbede doen.

Toen we thuis waren verzamelden we ons weer in de kamer met de kachel. We gingen met zijn allen de Koran reciteren. Ze had een koffer en ze zei altijd tegen mij dat ik daar zuinig op moest zijn. Daar zat haar geld in. Deze gaf ik aan oude arme mensen. Er zat een sjaal in de tas en mijn vrouw kreeg de sjaal. We gaven al haar spullen weg. Mijn dochter kreeg een klein tapijtje die ze zelf had geweven, die gaven ze aan mijn kleindochter. Er bleef niet iets waardevols over. En ik gaf alles weg aan armen die het nodig hadden. Daarna bleven we daar nog iets langer dan een week en gaven we aan de armen en familieleden eten. Ik las uit de Koran en deed veel smeekbede voor haar. Vooral de derde dag en zevende dag waren belangrijk en gaven we eten.

De laatste dag in Turkije gingen we weer naar de begraafplaats en namen we afscheid. Naar Nederland komen betekende ook afscheid nemen, het was zwaar. Het gemis is groot, maar daar is niets aan te doen. Ik hield heel veel van haar en ik was alles voor haar. Ik kwam hier terug in Nederland met verdriet en voel het nog steeds.

Nog geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Uw reactie verschijnt na goedkeuring door onze redactie. U ontvangt een mail als uw reactie is geplaatst.