Familieverhoudingen maken een afscheid soms extra complex

door: Anoniem

Familieverhoudingen maken een afscheid soms extra complex

“Een man, zijn vrouw was overleden, die praatte ook graag. Hij had een zoon in Australië en een dochter hier in de buurt. Die dochter had dus heel veel zorgen over hem. Waar zij tegenaan liep, was dat hij maar zo geweldig over die zoon sprak en niet over haar. En zij was het wel een keer zat en moe. Ze voelde ook van alles wat hij nog van haar wilde, wat zij niet wilde. Daar voelde ze zich heel erg mee in strijd. Want ze kon het eigenlijk niet meer opbrengen. En die zoon, die zou nog overkomen. Nou, dat was natuurlijk voor die vader geweldig. Dus, daar had ik eerst ook een lang gesprek gehad met die dochter. Waar ze vertelde hoe moeilijk ze het vond en alsmaar klagen over die vader. Dus daar heb ik ook naar geluisterd. En uiteindelijk ook wel naar boven gekregen van: ‘Ja maar, wat wil je nu eigenlijk zélf? Wat is nu goed voor jou? En hoe blijf je dit volhouden?’ Toen durfde ze op een gegeven moment ook wel te zeggen dat ze een dag thuisbleef.

Maar een andere keer kwam ze toch weer helemaal hoteldebotel bij hem vandaan: ‘Het is ook nooit goed.’ Enzovoort. En nu ben ik niet iemand die dat gaat zitten oplossen, maar ik had ook regelmatig gesprekken met hem. Dus toen ben ik gaan vragen naar zijn zoon en dochter. En toen kwam zij er ook een keer zo uit, dus het zat hem toen ook hoog en dat merkte ik wel. En dat is niet zo benoemd, maar we zijn wel gaan praten over zijn relatie met zijn zoon en zijn relatie met zijn dochter. Hoe dat was. En met zijn zoon was dat allemaal geweldig, want hij was nog bij hem geweest en ze hadden samen zo mooi gereisd door Australië.

Ja, alleen fijne dingen had hij met die zoon meegemaakt. En over die dochter vertelde hij dat het ook wel botste en zo. En toen ben ik gaan vragen: ‘Goh, herkent u uzelf ook in uw zoon of dochter? Waar lijken ze op?’ En toen begon hij daarover te vertellen en zei ik: ‘Goh, kan ik concluderen dat u eigenlijk wel erg op uw dochter lijkt.’ En hij zei zo: ‘Ja, daar heeft u helemaal gelijk aan.’ En ja, dat maakte iets… Een tijdje later kwam zijn dochter een keer uit zijn kamer en zei: ‘Goh, het lijkt wel of er iets veranderd is bij mijn vader!’ En ze had ineens een compliment gekregen over wat zij deed.

En weet je, zo’n verhouding kan je niet oplossen daar. Dat is mijn intentie ook niet. Even later hadden we het over het hospice, over de ruimtes en de vergaderruimte. En zijn dochter was er ook bij. En toen vertelde ik dat de vergaderruimte ook wel gebruikt werd als er in groter verband met de familie iets gedaan wordt. Dat daar de tafel gedekt wordt en daar gegeten wordt. Dat er even een afgesloten ruimte is voor meerdere mensen tegelijk. En toen zag ik haar zo kijken naar mij. En toen kwam ze later ook van: ‘Nou, en dan heb je het erover en nu wil hij natuurlijk dat ik dat allemaal ga organiseren! Dat had je helemaal niet moeten doen.’ En daar laat ik mij dan niet door beïnvloeden. Dan denk ik: ‘Ja, dat is iets tussen jou en hem, wat je wel of niet wil aangaan.’”

Nog geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Uw reactie verschijnt na goedkeuring door onze redactie. U ontvangt een mail als uw reactie is geplaatst.