Alsof de familie haast heeft: ‘Doe er maar flink wat medicijnen in’

door: Anoniem

Alsof de familie haast heeft: ‘Doe er maar flink wat medicijnen in’

Als vrijwilliger heb je te maken met veel verschillende mensen aan het bed van een zieke. De familie kan heel anders reageren dan je zelf zou doen. “Doe er maar flink wat medicijnen in, want het moet niet te lang duren. Ik heb er genoeg van.” Die man sprak dat dus uit in het bijzijn van zijn vrouw. En ik denk: oh, vreselijk.”

“Je hebt zóveel verschillende mensen, familie, die bij de gasten hangen zeg maar, dat er heel veel verschil is. Zo ook bij een mevrouw, die was denk ik nog maar twee nachten in huis en in die dag die daarop volgde is ze overleden.

En wij merkten gewoon dat de mensen die aan haar bed zaten, die zeiden ook tegen haar: ‘Ga nu maar gauw, want ik heb het wel een beetje gehad.’ Zo van: het moet niet te lang meer duren. Want ze had ook al een pompje gekregen. ‘Doe er maar flink wat medicijnen in want het moet niet te lang duren. Ik heb er genoeg van.’ Dan denk ik: ‘Hoe kan dit?’ Daar kan ik dus niets mee. Ik kan dan ook niet die mensen begeleiden daarin. Ja, je kan ze gewoon vertellen hoe de gang van zaken is en hoe je het allemaal doet. Maar om ze daadwerkelijk goed te helpen, dat kan ik dan niet op zo’n moment. Want dan staat dat zo haaks op mijn belevenissen en wat ik wil doen voor mensen. Maar ja, waarschijnlijk hadden die mensen al zóveel gedaan voor haar. Dat het gewoon het einde was voor hen, zo van: meer kunnen we niet meer doen.

Maar die man sprak dat dus uit in het bijzijn van zijn vrouw. En ik denk: ‘Oh, vreselijk.’ Dat vond ik echt heel erg. Want dat moet je dus altijd doen hè, als je bij iemand bent die overlijdt: Niet over iemand praten, maar mét iemand praten. Ook als je wat gaat doen. Ook al ben je bij iemand die echt in het laatste stadium is, je probeert toch nog iets te doen, een kussen recht leggen of iets. Dan zeg je dat nog steeds tegen degene die daar in bed ligt. Want het is een mens die daar ligt. En dan ga je zeggen: ‘Ik ga nu dit doen met u of ik ga nu dat doen.’ Je doet niet alsof daar een pop in bed ligt. En dat stuitte mij heel erg tegen de borst, dat die man dat zei. Daar kon ik helemaal niets mee.

Ja, zo zit ik niet elkaar. Dat doe je gewoon niet. Maar ja, ik weet zijn situatie ook niet. Ik wist ook niet genoeg achtergrond van die familie. En die man was wel heel verdrietig daarna. En dat is heel logisch. Maar het moment dat hij dat zei, van: ‘Het moet maar snel afgelopen zijn, want ik kan het niet meer aan.’ Dan denk ik van: ‘Oh.’ Ja, dat was heel bijzonder.”

Nog geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Uw reactie verschijnt na goedkeuring door onze redactie. U ontvangt een mail als uw reactie is geplaatst.