Toch nog onverwachts: ‘Ineens was het stil in de kamer’

door: Anoniem

Toch nog onverwachts: ‘Ineens was het stil in de kamer’

Je weet dat het gaat gebeuren. Je dierbare ligt niet voor niets in het hospice. Toch kan het moment van overlijden heel onverwachts komen. “De verpleegkundige en vrijwilligster kwamen gelijk mee naar boven. Ze hebben mij gelijk gecondoleerd en ze zeiden dat hij inderdaad overleden was.”

“Ik vond het ineens zo stil in de kamer, ik lag daar te slapen. Ik schrik wakker en denk: Wat is het hier toch raar stil, dat kan helemaal niet. Dus ik spring mijn bed uit en loop naar het bed van mijn vader toe en voel aan hem. Ik denk: Hé, hij ademt niet meer. Toen ben ik gelijk naar beneden gegaan.

Dat is in een tijdsbestek geweest van misschien twintig minuten. Want om halfdrie liepen ze nog een rondje, de verpleegkundige en de vrijwilligster. Toen lagen wij allebei te slapen. Mijn vader lag echt heel zwaar te ademen en daar val je dan mee in slaap. En af en toe wordt je wakker en dan hoor je het nog. Maar op dat moment was het ineens zo stil, dat ik dacht: Hé, dat is niet goed. En inderdaad, hij was tussen halfdrie en tien voor drie overleden.

De verpleegkundige en vrijwilligster kwamen gelijk mee naar boven. Ze hebben mij gelijk gecondoleerd en ze zeiden: ‘Inderdaad, hij is overleden.’ Ik weet nog goed, dat een van hen bij een andere patiënt zat, waarvan ze ook dachten dat hij op dat moment zou gaan overlijden. En ze hadden niet verwacht dat mijn vader eerder zou gaan. Dat hadden ze nooit verwacht, dat het zó zou gaan. Ze hebben mij ook nog even alleen gelaten daarna en heb ik mijn vrouw meteen gebeld.

Ze waren heel meegaand en ondersteunend. Ze stelden mij op mijn gemak: ‘Goh, wil je iets drinken? Zullen we koffie halen?’ Ik voelde mij ook rustig. Ze vroegen mij: ‘Hoe voel jij je?’ Dat hielden ze ook goed in de gaten, hoe ik reageerde op dat moment. Ik was volgens mij heel rustig. Natuurlijk op dat moment wel emotioneel en zo. Maar ook toen ik hun ging halen was ik heel rustig.

Toen moest er een arts gebeld worden, dat duurde ook nog ruim een half uur tot veertig minuten. Toen was mijn vrouw er al. De arts beaamde ook dat mijn vader overleden was. Zij moeten dat dan rapporteren. Die arts vond ik niet zo prettig. Zij kwam daar binnenstormen. Dat was een heel groot contrast met de mensen uit het hospice. De vrijwilligster en verpleegkundige zijn betrokken en de arts was een vrij koele dame. Dan constateren ze dat hij overleden is, wensen je heel veel sterkte en dan gaan ze weer. Maar dat is beroepsmatig. Daar voelde ik niets bij. Bij de vrijwilliger was het alsof je met familie staat. Ze waren gewoon lief.

Toen de arts weer weg was begonnen ze met afleggen: ‘Ah, doe jij maar dit. En dan doen wij even het laken terug. En we helpen hem even overeind.’ En ze zeiden ook: ‘Goh, wat hangt hier toch een fijne sfeer in de kamer.’ We hadden kaarsjes aan en muziek. En dat zeiden ze steeds: ‘Wat een sfeertje hier. Oh, wat is het hier heerlijk.’ En dat vonden wij ook.

En toen wij klaar waren lag hij er keurig netjes bij. En toen hebben ze gezegd: ‘Willen jullie een kopje koffie? En dan laten wij jullie nu alleen, dan kunnen jullie lekker met jullie vader afscheid nemen in alle rust.’ Mijn vrouw heeft toen een mooi altaartje gemaakt met kaarsjes en bloemetjes. En toen ze terugkwamen met de koffie kregen wij daar weer een compliment over: ‘Oh, wat hebben jullie dat mooi gedaan. Wat ziet dat er prachtig uit!’ Ze geven je continue een goed gevoel. Dat je het helemaal goed doet. En dat is heel belangrijk. Het heeft voor ons ervoor gezorgd dat wij na de uitvaart er zo’n goed en tevreden gevoel aan over hebben gehouden. Die tevredenheid bij ons, die hebben zij ons eigenlijk ook gegeven.”

Nog geen reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Uw reactie verschijnt na goedkeuring door onze redactie. U ontvangt een mail als uw reactie is geplaatst.