Doodsangst komt nog altijd voor. Het is een moment van onrust en paniek, vlak voor het overlijden. Zoals bij deze gelovige gast, die zeer zeker weet dat hij naar de hel gaat. De vrijwilliger: “Ik zeg: ‘Nou, u hoeft zich helemaal geen zorgen te maken’.”
Lees verder Vrijwilligers helpen ook bij de persoonlijke verzorging van gasten, zoals douchen. Soms levert dat spanning op. Zoals een mannelijke vrijwilliger die net iets te luchtig praat tegen een vrouwelijke gast. “Het was ook min of meer de toon die hij aansloeg.”
Lees verder Als je ziek op bed ligt, hoef je niets toe te lichten. Maar wat als je in de stoel zit? In dit verhaal kan een vrouwelijke gast niet liggen, vanwege de pijn. De stoel zet mensen echter op het verkeerde been. Alsof zij te goed is voor het hospice.
Lees verder Soms kan een gast tijdelijk terug naar huis, omdat hij of zij - tegen alle verwachtingen in - niet binnen een paar maanden is overleden. “De situatie maakte mijn moeder wel heel verdrietig en heel onzeker. Zo van: Ik ga nu nog helemaal niet dood.”
Lees verder Als iemand is overleden, heeft het hospice vaak een ritueel. Ter nagedachtenis aan de persoon. Vrijwilligers lezen een gedicht voor of branden een kaarsje. Deze naaste vertelt zijn ervaring. “Ik vond het heel mooi hoe ze dat hier doen, afscheid nemen.”
Lees verder Een dierbare verzorgen kost energie. In het hospice kunnen naasten even onthaasten. Toch kan het lastig zijn om dat werk aan anderen over te laten. Deze zoon vindt een plek waar hij tot rust komt. “Buiten lezen, even een praatje maken; dat geeft een prettig gevoel.”
Lees verder De aftakeling gaat soms gepaard met gehoorverlies. Dat is best lastig. Bij deze gast geven de vrijwilligers een boekje aan haar zoon. Daarin kan hij zijn vragen opschrijven. Zo ontstaat niet alleen een waardevolle manier van communiceren, maar ook een bijzonder dagboekje.
Lees verder Je vindt elkaar aardig en er zijn over en weer warme gevoelens. Toch weet je: de tijd samen is heel kort… In het hospice kunnen bijzondere relaties ontstaan tussen cliënt en vrijwilliger. Hoe ver laat je dat komen? Hoe houd je als vrijwilliger afstand?
Lees verder Een cliënt die op sterven ligt, is meer dan alleen een cliënt. Zij is ook een mens, een moeder. Iemand met wie vrijwilligers een goed gesprek voeren of een glaasje wijn mee drinken. “Je bent natuurlijk niet alleen maar een doodgaand persoon als je hier bent.”
Lees verder Je moeder laat zich in het hospice dankbaar verzorgen. Maar er is iets. Je merkt irritatie, omdat het contact met de vrijwilliger niet helemaal lekker verloopt. Je moeder zegt er niets over, want zij voelt zich verlegen met de situatie. Wat doe je dan, als dochter?
Lees verder