Het gevoel dat je weinig voor iemand kunt betekenen is voor vrijwilligers in de palliatieve thuiszorg herkenbaar. Deze vrijwilliger komt bij een vrouw die geen familie om zich heen heeft. “Ik ging dan weer om zeven uur weg en ik liet haar zo eenzaam achter. En dat voelde toen ik thuiskwam heel verdrietig.”
Lees verder
Als je uren naast het bed van iemand zit als vrijwilliger in de palliatieve thuiszorg, heb je de tijd om de cliënt te leren kennen. Maar hoe doe je dat, als een cliënt niet meer kan praten en je niet meer kan begrijpen? “Ik denk dat hij kon merken dat ik het gewend was om met dit soort dingen om te gaan.”
Lees verder
Cliënten vinden het zelf niet altijd nodig dat er een vrijwilliger in hun huis komt. De demente vrouw in dit verhaal maakte dat meteen bij de kennismaking al heel duidelijk. De vrijwilliger vertelt: “In eerste instantie had ik het gevoel dat ik niet welkom was daar. Want ze wilde geen hand schudden, ze wilde helemaal niets.”
Lees verder
Een gesprek over het geloof is niet vanzelfsprekend. Voor familie kan het een lastig onderwerp zijn. Deze vrijwilliger vertelt hoe ze toch met iemand in gesprek raakte over het geloof tijdens een nacht bij een cliënt thuis. “Ja, ik vond het vooral voor die zus troostrijk. Want die mocht niet meer over het geloof praten met haar zus.”
Lees verder
De nacht kan soms vermoeiend zijn, voor zowel cliënt als vrijwilliger. Deze vrijwilliger vertelt over een hele lange nacht bij een echtpaar in huis. “Om het kwartier moest ze op de postoel, dwangmatig.”
Lees verder
Vrijwilligers in de palliatieve thuiszorg kunnen na hun dienst nog zitten met schuldgevoelens of onzekerheid over het handelen. Ondanks dat haar coördinator haar zei dat ze haar niks kwalijk namen, bleef ze zitten met de vraag: heb ik het wel goed gedaan? “Ik dacht: dit gaat niet goed. Er is gewoon iets helemaal niet goed. Ik bel de arts.”
Lees verder
Het komt voor dat je waakt bij een cliënt en je belangrijke informatie mist als vrijwilliger. Het zorgde hier voor veel onrust en het gevoel van machteloosheid bij zowel de cliënt, als de vrijwilliger. “Het was wel handig geweest om te weten dat hij die klysma had gehad. Dat is dan geen leuke inzet geweest.”
Lees verder
De wereld wordt klein voor sommige cliënten. Als je dan iets speciaals kunt meenemen voor ze als vrijwilliger, wordt dat gewaardeerd. Deze vrijwilliger was bij een echtpaar, waarvan beiden terminaal waren. “Ze zijn tegelijk begraven. Ja, die situatie is mij wel bijgebleven.”
Lees verder
Je bent als vrijwilliger aan het werk bij iemand thuis en ineens zit je bij een gesprek tussen de familieleden over euthanasie. Het overkwam deze vrijwilliger. “Ik dacht: ik weet niet goed of ik voor moet stellen of dat ik ergens anders moet gaan zitten of dat ik beter naar huis kan gaan. Hier hoor ik niet tussen te zitten, eigenlijk.”
Lees verder
De eerste keer dat je als vrijwilliger naar iemands huis gaat, is spannend. Je weet nog niet wat je kunt verwachten, hoe de mensen zullen zijn en hoe ze gaan reageren. “Ik denk: nou, dat is een rare situatie eigenlijk. Ik zit daar als wildvreemde in het huis.”
Lees verder
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8